5 september
Hein van der Bruggen gaf voor circa tachtig bezoekers in de aula van basisschool De Mussenberg een korte inleiding over de vroege historie van De Weerd. Het buurtschap speelde onder meer een belangrijke rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen was het een doorvoerhaven voor militairen en vluchtelingen, op veel plekken werden in De Weerd Joden verborgen.
Daarna vervolgde hij de lezing over de geschiedenis van de Joden en de Jodenvervolging in Midden-Limburg. De eerste notitie over Joden in Roermond stamt uit 1275. Roermond heeft in de dertiende tot en met de vijftiende eeuw enkele malen een kleine Joodse bevolking gehad. Rond 1550 hebben de verboden van Karel V en Alva ertoe geleid dat Joden niet langer dan tweemaal vierentwintig uur in de stad mochten verblijven en er niet mochten wonen. Pas in 1800 werden die verboden opgeheven. Langzaam maar zeker vestigden zich daarna Joden in Roermond. In 1822 bouwden ze hun eerste synagoge aan de Hamstraat die in 1853 werd vervangen door een nieuwe.
In de loop van de negentiende eeuw nam hun aantal toe en kwamen er ook her en der Joden in de dorpen in Midden-Limburg wonen. Met zo’n 150 Joden was hun aantal niet bijzonder hoog. Doordat zij veelal werkzaam waren als middenstanders waren zij goed bekend bij de bevolking. Er werkten in Roermond heel wat winkelierfamilies zoals de familie Hiegentlich en Goedhart en er was een zogenaamd Jodenhotel op het Stationsplein.
Aan de vreedzame samenleving met de Joodse gemeenschap is een ruw einde gekomen door de Holocaust of Shoah, het Hebreeuwse woord voor ‘catastrofe’. Ook al waren er na de oorlog in 1945 nog twintig à dertig Joden aanwezig, hun aantal was te gering om een nieuwe samenleving op te bouwen. Bovendien verhuisden enkelen van hen naar Israël of de Verenigde Staten. De Roermonds Joodse gemeente bestaat sinds 1990 niet meer.